De Verenigde Naties bestaan om een universeel forum te bieden waar soevereine staten als gelijken delibereren. Dit principe van universaliteit is alleen levensvatbaar als alle lidstaten zonder politieke discriminatie toegang hebben tot het hoofdkwartier van de organisatie.
Het Hoofdkwartierverdrag van 1947 tussen de Verenigde Naties en de Verenigde Staten heeft dit principe vastgelegd. De VS, als gastland, hebben beloofd de doorreis van vertegenwoordigers van lidstaten van en naar het VN-hoofdkwartier niet te belemmeren. Recente gebeurtenissen – met name de weigering van visa aan de Palestijnse delegatie in september 2025 en de intrekking van het visum van de Colombiaanse president Gustavo Petro enkele dagen later – tonen echter aan dat de VS deze verplichting niet zijn nagekomen. Dit zijn geen geïsoleerde misstappen, maar onderdeel van een politiek patroon dat gericht is op critici van het Amerikaanse beleid in het Midden-Oosten.
Dergelijk gedrag vormt een substantiële schending van het Hoofdkwartierverdrag. Volgens internationaal recht geeft een substantiële schending de andere partij – in dit geval de Verenigde Naties – het recht om haar verplichtingen op te schorten of te beëindigen. De Algemene Vergadering, die haar gezag uitoefent onder Artikel 20 van het VN-Handvest, zou moeten reageren door haar zittingen permanent naar Genève te verplaatsen.
Artikel 13 van het Hoofdkwartierverdrag verplicht de Verenigde Staten om ongehinderde toegang te garanderen voor vertegenwoordigers van lidstaten die VN-vergaderingen bijwonen. Deze verplichting is absoluut: zij is niet afhankelijk van de politieke inhoud van de toespraak van een afgevaardigde of van de bilaterale betrekkingen tussen de VS en de staat van de afgevaardigde.
Het precedent van 1988 is duidelijk: toen de VS een visum aan Yasser Arafat weigerden, stemde de Algemene Vergadering ervoor om haar zitting in Genève te houden. Dit toont zowel de capaciteit van de VS om haar verplichtingen te schenden als de bevoegdheid van de Vergadering om te handelen.
Artikel 60 van het Verdrag van Wenen inzake het recht der verdragen (1969) definieert een substantiële schending als de overtreding van een bepaling die essentieel is voor het bereiken van het doel van een verdrag. Het doel van het Hoofdkwartierverdrag is om universele toegang te garanderen. Herhaalde visumweigeringen en -intrekkingen ondermijnen dit doel rechtstreeks.
De Verenigde Naties, als de niet-schendende partij, hebben het recht om het verdrag als nietig te beschouwen.
Artikel 20 van het VN-Handvest bepaalt dat de Algemene Vergadering bijeenkomt “op het tijdstip en de plaats die zij zelf bepaalt”. Deze bevoegdheid is onafhankelijk van de Veiligheidsraad; er is geen veto over vergaderlocaties.
Daarom kan de Algemene Vergadering een resolutie aannemen die:
Als de VS bezwaar maken, behoort het geschil tot de Internationale Gerechtshof (ICJ). Artikel 21 van het Hoofdkwartierverdrag voorziet al in arbitrage en, bij gebrek daaraan, in de jurisdictie van het ICJ. De Algemene Vergadering kan ook een adviesopinie vragen onder Artikel 96 van het Handvest.
Genève huisvest al het VN-kantoor in Genève (UNOG), de WHO, de ILO, de UNHCR en vele andere agentschappen. Het Palais des Nations organiseerde in 1988 de Algemene Vergadering en heeft schaalbaarheid aangetoond door middel van grote conferenties, meest recentelijk UNCTAD16 in 2025.
Bijna alle lidstaten onderhouden al permanente missies in Genève. Verplaatsing zou uitbreiding vereisen, maar de kosten zouden worden gecompenseerd door besparingen uit het sluiten of verkleinen van kantoren in New York, waar onroerend goed en levensonderhoudskosten veel hoger zijn.
Zwitserland heeft een lang bestaand juridisch kader voor VN-operaties. Een uitgebreid gastlandverdrag kan soepel worden onderhandeld, gezien de bestaande rol van Genève als VN-hub.
De herhaalde obstructie door de Verenigde Staten van delegaties door politiek gemotiveerde visumweigeringen en -intrekkingen is een substantiële schending van het Hoofdkwartierverdrag. De Algemene Vergadering is niet verplicht dit te tolereren. Zij heeft zowel de juridische autoriteit als de praktische middelen om haar zittingen naar Genève te verplaatsen.
Een dergelijke verplaatsing zou de VS miljarden aan economische verliezen en een significante reputatieschade toebrengen, terwijl de onafhankelijkheid en universaliteit van de Verenigde Naties worden bevestigd. Als de VS deze beslissing betwisten, kunnen zij het geschil voorleggen aan het ICJ.
De tijd is gekomen voor de Verenigde Naties om vastberaden te handelen. Om haar integriteit, universaliteit en geloofwaardigheid te beschermen, zou de Algemene Vergadering permanent naar Genève moeten verplaatsen.